Het is maandag , wasdag, maar niet voor ons. Een dag om een boek te lezen.
Buiten waait de wind langs het raam. Hier binnen is het aangenaam warm. Met een laatste sneetje van ons zelf gebakken brood , was ons brood na drie dagen op. Het zware brood vult sneller. Ligt zwaarder en eet moeizamer, dus goedkoper. Als je zo een ochtendje in een boek leest, schiet het boek aardig op.
Na de middag zochten we contact met de Nautilus haven. Vanhier is het 5 minuten lopen naar het centrum. Een bezoek naar een museum was gepland.
In de haven was al een plekje voor ons gereserveerd. Een Westlander uit Den Brielle , maar in Kwintsheul de lagere school gevolgd, lag achter ons. Dit was wel een beetje zijn gebied. Hij fietste veel met zijn vrouw. Bij ons zijn de fietsen nog niet uit de kelder gehaald .
Het is maandag, dus het museum is dicht.
We namen de tijd om een kaart naar de nabestaanden van tante Leny te sturen. Ze is gaan hemelen, en daarmee zijn haar kinderen de volgende generatie geworden.
Een biertje op het plein voor tante Leny.
Terug naar de haven, kwamen we de Westlander weer tegen. Dan kan je ineens zoveel mensen. Het halve westland ging op de schop, tot aan Jan Broekie toe.
De wind begon te liggen, en zo gingen we een rustigere nacht in dan gisteren.