Reforte-Port Robine
19 juli , 29 km 5 sluizen (7 schuttingen)
De nacht was gewoon waardeloos verlopen. Ik had slecht geslapen voor de tweede nacht achter elkaar. De eerste keer, omdat Annemieke zo graag een ventilator aan wilde hebben,omdat het zo warm was en vannacht woei er een storm over ons heen. Het schip ging constant heen en weer. Ik heb midden in de nacht de tent afgesloten om de wind buiten te houden. Alle lijnen gecontroleerd, want we gingen steeds heen en weer, en dat nogmaals gecontroleerd toen we na een paar uur nog steeds tegen de kant aan stootte. Wat was ik blij dat de dag weer begon.

Het vuilnis werd van boord gedaan. Annemieke had van alle onraad van afgelopen nacht niets gemerkt, en werd om kwart voor negen wakker. Ik had al de nodige acties achter de rug. Daar ik wist dat, we bij de eerste sluis moesten wachten omdat er een vrachtschip voor mij zou zijn , had het ook weinig zin vroeg te vertrekken. Nu we de meeste sluizen op dit kanaal wel gehad hebben, is het vandaag de laatste hoos aan enkele en dubbele sluizen. De man, met zijn dochter en de honden, die gisterennacht zoek waren had de nacht doorgebracht onder de brug. Is zo iemand nou een zwerver of is die nu een vakantieganger die graag buiten slaapt. Ik kan zo iemand moeilijk beoordelen.
Bij de eerste sluis waren we nr 3 en konden dus mooi mee schutten. Een Belg in een huurbak, vond het fijn om even met ons een praatje te maken . Als eigen schip eigenaar ben je hier bijna een uitzondering. Ik krijg met regelmaat een opmerking uit alle hoeken , dat we een mooi schip hebben. Maar dat is al gauw, met die afgewerkte huurbakken. Ook wel logisch. We lagen bij de sluis, en daar lag een huurbak met 3 dames van ruim middelbare leeftijd. De wind speelde met hun boot en ze kregen de boot niet aan de kant, dan alleen achterste voren. Daar ik naar de sluis liep om de stand van het schutten te bekijken, werd ik geconfronteerd met hun probleem. De dame achter het stuur wist het niet meer. De andere stond op de kant en de derde wachtte met een lijn in haar hand om die over te dragen aan de dame op de kant. Helaas de boot ging de verkeerde kant op en lag achterste voren. Ik gaf haar de instructies hoe ze de boot weer om kon keren. Maar mijn frans is niet zo goed, en haar Engels ook niet. Met gebarentaal en woorden die ik wist te gebruiken, kreeg de dame de boot keurig gedraaid naar de goede richting. Ze deed een schietgebedje , bedankte mij voor de tip, en ik zei tegen haar dat ze een goede kapitein was. Vol trots voer ze even later de boot in de sluis. Ik wachtte even met naar binnen varen tot de dames vast lagen.
In het volgende dorp kwamen we opnieuw de duitsers tegen .Ze lagen nog aan de kant. Ik zei nog, dat wordt vanavond gezamenlijk bier drinken. Na drie keer is dit scheepsrecht en we voeren door, We lagen goed en wel bij de volgende sluis te wachten, lagen die Duitsers achter ons. We bespraken elkaars dag programma, en die bleken gelijk te zijn. Daar wij bij de eerste drie schepen konden mee schutten, moesten zij een ronde wachten.

We vonden onze plek in Port Robine, vlak bij Le Somail. Vanaf hier zouden we via Narbonne naar zee gaan. We hoorden allerlei berichten. Dat het wel kon en dat het niet kon. Toen maar bij een sluiswachter gevraagd. Die zei dat het niet kon. Er waren huisjes verzakt en daarom was de doorvaart naar zee gestremd. Ik snapte het niet zo, maar oke. Vanaf deze aanlegplek, konden we heerlijk gaan zwemmen en pootje baden in de rivier ‘La Cesse”. Dat hebben we dan ook gedaan, Het heldere water verkoelde geweldig, want het was opnieuw 31 graden. Onze Duitse volgers kwamen bijna 2 uur later aan op deze plek. Het scheelt dus heel veel, of soms iets mee hebt of tegen.


Tegen het einde van de avond had ik toch behoefte om een stukje te lopen, om de boel te verkennen. Ik was nog geen 100 meter weg of ik zie een schip liggen uit Woubrugge. De Dageraad. Voor mij een bekende klipper, die ik meer dan 20 jaar terug bij Piet de Bock in Oude Wetering op zijn werf had zien leggen. De klipper moest ingetimmerd worden. De dames op het achterdek, stonden verrast, dat ik zoveel over dit schip wist. Maar ook van andere personen uit de chartervaart. Over de “Hoop op zegen”die later tot” Hollandsch diep” gedoopt is. Er waren ineens zoveel personen en schepen die we gemeen hadden en samen wisten. Wat gaaf om dit schitterende schip hier weer terug te zien. Dit schip zag er nog zo gaaf uit. 25,5 meter lengte, en tot 7 jaar terug nog steeds onder zeil geweest. De eigenaar was toen overleden, en de vrouw woont er nu al 26 jaar, op deze plek. Hier zal zij nooit meer vertrekken. Of dit schip ooit nog naar Holland zal komen is erg klein. Hier heeft het zijn vaste plek, aan een schitterend stukje land . De stroom, het water, en het toilet moet je zelf regelen. Alles gebeurt hier nog individueel . Ze maken hun eigen water, met koolstof filters, ze maken hun eigen stroom met zonnepanelen en waarschijnlijk ook een aggregaat. En het toilet wordt geloosd in het kanaal, net zoals alle schepen hier doen. Van een vaste riool aansluiting hebben ze nog nooit gehoord. Het was een leuk gesprek met deze dames, wiens kleinkinderen met regelmaat kwamen logeren , want oma had wel 4 slaapplaatsen voor gasten. Zij mochten dan ook even de motor starten, want die moet ook wel eens zijn rondje draaien om in goede conditie blijven. De dames bevestigden de doorgang naar zee, dat die buiten werking was, omdat een Romeinse brug met woningen erop aan het verzakken was.