Onwijs gave dag met nieuwe belevenissen.


De wekker kreeg opnieuw,niet de kans, mij ,eerder te wekken. Om 5 voor 7 stond ik start klaar. Zogauw de lichten van de sluis aan zouden gaan, kon ik de motor starten. En zo geschiedde.
Het begin was vooral veel sluizen met tussen stukken van 3-4 km.
Omdat we zogoed op elkaar ingespeeld zijn, hadden we om 9 uur al 5 sluizen te pakken en waren we 11 km verder. En toen gingen de deuren niet meer open. Ik nam contact op met de centrale, en er zou iemand komen. Dit zou een uitgebreid ontbijt gaan worden! Het theewater was nog niet warm, of onze man was er al. Zoals altijd, was ook dit een kleinigheid, en konden we onze reis voortzetten.
Bij Rechicourt hadden we de eerste vernieuwing. Hier waren 5 oude sluizen, vervangen door een nieuwe van 15,38 meter. Je moest een soort pijpenla in varen, en werd dan met water, wat over de hele vloer gedoceerd werd, omhoog gestuwd. Jammer dat we daarna nog door een oude sluis heen moesten. Er stond daar een onoverzichtelijk stalen paaltje ,wat behoorlijk schade aan de zwaardklamp heeft veroorzaakt.
De route werd steeds mooier. We voeren pal langs steile hellingen , of je voer door een dal ,dat aan beide kanten kleurrijk begroeid was,met vele soorten bomen. Je zag oude ruïnes boven op een berg, of een slingeren zandpad tegen de heuvels op.
Bij kilometerpaal 248, hadden we ‘Souterrain de Niderviller. Een tunnel van 475 meter, direct gevolgd door ‘Souterrain d’Azviller’, 2306 meter. “Le passage est etroit”, had ik nog van school. Nou de doorgang was smal! Heel bijzonder om hier doorheen te gaan. We waren er nog maar net uit, of we kwamen een spits tegen, die ook door die tunnel heen moest.
Verrassend was de “scheepshelling van Saint Louis/Arzviller”. Hier, op de helling van het Teigelbach vallei, worden in een keer 17 sluizen over 3,8 km vermeden.
In een kolossale bak met water, worden schepen over een helling van 41% ,180 meter naar beneden gereden. Dit gebeurt met twee mega contragewichten . Bezoekers kregen uitleg hoe dit in zijn werk ging, en zo aanschouwden men ons zakkertje van 44,55 meter.
We gingen verder richting Saverne, door iedere 500 meter een sluis te nemen. Gelukkig vol automatisch, als ze het doen!
Bij een dorpje speelden een paar jongetjes, terwijl wij aan het schutten waren. Ik vroeg hen naar een bakker. Dit dorp had een bakker, zoals de jongen mij uitlegde. Ik vroeg hem, of hij brood voor ons wilde gaan halen. Geen punt. Ik gaf hem een tientje. Ze renden weg,en voor we klaar waren met schutten waren ze alweer terug. Met twee baquettes .Een fooi en wat Nettie snuisterijen maakten hun middag goed. En de onze ook.
Pas om half zeven hadden we een plek aan de kant in Saverne. Een kleine ,bruisende stad, maar wel met een kasteel (le chateau des Rohan), een kerk uit de 14 de eeuw, en een rozen tuin met 1500 rozen soorten.
Het was een lange dag. We waren blij weer voet aan wal te kunnen zetten.
De 61 gevaren kilometers en de 21 sluizen die we doorgelopen hebben ,kunnen we afstrepen, maar we hebben er dik van genoten.

20130430-191940.jpg 20130430-192014.jpg

20130430-192043.jpg 20130430-192119.jpg

20130430-192131.jpg 20130430-192153.jpg


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.