De ferrie zou om 7 uur komen, en wij lagen op zijn plekje. De politie was de avond ervoor komen vertellen dat we ruim daarvoor vertrokken moesten zijn. Net als onze buren. Zo liep ik om 6.15 uur alweer door de straten van Aegina met een hond aan het lijntje, dat alleen maar oog had voor katten. De bakker was nog dicht. In Griekenland moet je dagelijks vers brood kopen. Het brood van vandaag is morgen oud, en niet meer te eten.
De familie de Wit, had slecht geslapen . De herrie en de hitte brak hun op. Zus Rianne kon de uitstraling van haar man niet verdragen, en was uiteindelijk in de kajuit op de bank gaan slapen.
We vertrokken gelijk bij terugkomst, en zette koers naar Korfos.
Het plan was eerst naar Epidhavros te gaan . Inkopen te doen, voor anker te gaan in de baai ernaast, en dan door naar Korfos. Dit zou 8 mijl omvaren zijn, en zo gingen we nu direct naar Korfos.
Een onbekend plaatsje, maar geliefd bij flottielje groepen.
We kwamen aan, en zagen net nog een half scheepslengte ruimte aan het eind van de steiger.
We gooiden het anker uit, en bonden vast aan dit korte stukje.
Een Nederlander, genaamd Bart, hielp ons met aanmeren. Hij was samen met zijn vrouw Joke en zoon aan het rond varen door Griekenland . In 1981 had hij hier een typisch Grieks zeilschip , genaamd ‘Yeti’ , van 12meter laten bouwen, en daar geniet deze muzikale familie uit Amsterdam iedere zomer van.
Ik was even bij hen aan boord gegaan met boek en pen, om wat info binnen te halen over havens en anker plaatsen in de ‘Golf van Korinthie .
Onze voorgangers aan de steiger verlieten hun plek, en de havenmeester , een jongen van 23 jaar , verzocht ons plek in te nemen vooraan , aan de steiger. Wij lagen er eigenlijk prima. We hadden ons domeintje gecreëerd , waar we makkelijk ,op en af de rubberboot konden en een heerlijk zwemgebiedje hadden. Met hulp, gingen we naar voren, en de vriendelijke havenmeester , vertelde zijn verhaal. Zijn vader was visser, en hij hielp hem in de wintermaanden.
Nu was hij havenmeester voor die ene steiger , waar 6 boten aan konden, en dan misschien nog wat dubbel. Hij hield de jeugd van de straat, die zich allemaal de hele dag rond hem schaarden. Vooral bij pubermeisjes was hij geliefd.
In de omgeving waren heel veel viskwekerijen , die extreem grote vissen wisten te kweken. Ik merkte dat hij hier veel moeite mee had. Ze voerden met stinkend voer, en de verontreiniging van de omgeving schijnt hierdoor ernstig te zijn.
Wanneer zijn vader gevist had, kwam hij terug met een vangst van 40-50 euro. In het verleden was dit 400-500 euro. De vis is op.
Hij ging na het seizoen , zijn geluk bij zijn tante in Canada zoeken. Hij wist alleen niet waar ze woonde. Voor nu had hij een zonnige baan, met een karige beloning.
De andere steiger bewoners waren Billie en Ali uit Zwolle. Hij kwam al 30 jaar in Griekenland . Had eens geprobeerd hier een taverne te starten, maar werd door de authoriteiten uit het land gezet.
Had zijn hele hebben en houden verkocht in Nederland ,en leefde al 3 jaar op zijn zelfgebouwde ‘Van der Stadt’ knikspant . Zijn pensioen en aow was genoeg om van rond te komen.
Zo lagen er 3 Nederlandse families aan een Griekse steiger.
Er werd heerlijk gezwommen , gewinkeld bij het supertje aan de kop van de steiger, geluierd en gelezen. Op advies van Billie gingen we naar een lokale taverne, aan de andere kant van de baai.
Een lekker stukje wandelen. Voor ons , geen geweldige keus. Het eten, wat warm moest zijn, was bevroren van binnen, en het internet werkte niet.
Terug bij de boot, stonden er grote schijnwerpers op de Nettie gericht. Het dorp was volgens Billie uitgelopen om naar Nettie te kijken. Op het pleintje voor de steiger, was het een reuze gezellige boel. Helaas hebben wij er niets te zoeken, want er zijn maar weinig Grieken die een beetje Engels spreken.